< Reny Juta: June 2009

Saturday, June 27, 2009

België

België, Dat liedje zongen wij vroeger altijd tijdens de vakanties in het Belgische Stavelot, een lieflijk plaatsje in de Belgische Ardennen. We zongen het samen met de bevriende Belgen die daar ook altijd op vakantie gingen. Vooraf was er dan een volleybalwedstrijd tussen de Hollanders en de Belgen waar ik steevast als scheidsrechter optrad. Meespelen was geen optie, want volleyballen met mensen die het nagenoeg nooit doen is niet geheel risicoloos. Tijdens de wedstrijd waren beide partijen behoorlijk fel, maar na afloop gingen we op de ‘ouwe jongens krentenbrood manier’ een biertje drinken in de kantine van het zwembad. En dan zongen we tijdens de karaoke gebroederlijk het liedje: Belgie c.q. is er leven op Pluto? Warme herinneringen heb ik aan die tijden en aan de Belgen.
Van Antwerpen

Vandaag de dag ben ik ze uit het oog verloren, maar ik heb er wel een Belgische vriendin bij: Lilith alias Litha die ik via Hyves heb leren kennen. Met haar ben ik vandaag gaan lunchen in Antwerpen en dat was super! Tot mijn eigen verrassing reed ik er in 1 keer heen! Na het hartelijke onthaal met koffie, koekjes en behoorlijk diepgaande gesprekken, zijn we met de tram naar het centrum van Antwerpen gereden. Het was al even geleden dat daar ben geweest en ik was vergeten wat een prachtige architectuur er te zien is. Vlak voor een schoenwinkel ging mijn espadrille kapot. Dat kon geen toeval zijn! Ik heb meteen maar een paar andere gekocht.
Van Antwerpen

De lunch in de tuin van een prachtig restaurant was heerlijk. We hebben een vegetarische spaghettischotel genomen en die was niet te versmaden. Ook daar weer volop verder gebabbeld. Wonderlijk hoe er met sommige mensen meteen die klik is. Je ziet elkaar voor ’t eerst in levende lijve en het voelt meteen al vertrouwd. Alsof je elkaar al heel lang kent. Net of je een oude klasgenoot of familielid na jaren weer tegenkomt en aan de praat raakt. Er is herkenning, een verheugd gevoel van: oh leuk daar ben je weer! Terwijl je zeker weet dat elkaar nooit eerder gezien hebt. We zijn allebei Ram van sterrenbeeld en op een of andere manier is er dan al gauw een soort saamhorigheid. Dat heb ik wel vaker gemerkt bij mensen van mijn sterrenbeeld.
Van Antwerpen

Na de lunch hebben we een klein wandelingetje gemaakt en heeft ze me een aantal mooie stukjes Antwerpen laten zijn, de Kathedraal met aan de buitenkant (bronzen?) beelden van Appelmans, waarvan er 1 een echt mens is. Die laat de mensen, die er voor de foto gaan staan, schrikken! het standbeeld van Rubens (zonder zijn weelderige modellen), Het prachtige stadhuis met een standbeeld ervoor die onderdeel is van de legende van de naam Antwerpen. Litha ontpopte zich als een ‘gouden’ gids en vertelde vol liefde over haar stad, die op zo’n manier nog meer voor je gaat leven. Het hele smalle lieflijke straatje waar je je een paar eeuwen terug waant is zo’n voorbeeld.
Van Antwerpen

Na nog een paar mooie plekjes te hebben opgezocht, zoals de brug bij de Schelde met de twee stenen leeuwen gingen we terug. Onderweg zat ik nog shocking klem between de deuren van de tram! Sommige trambestuurders kijken niet zo krap of iedereen wel volledig binnen is geloof ik. Toen ik bevrijd was ging de tram ook meteen rijden en stuiterde ik zowat weer van het afstapje. Volgens mij moeten mijn medepassagiers gedacht hebben dat ik daar een soort comedyshow stond op te voeren! Nou ja, dan hebben er in elk geval een paar mensen extra gelachen vandaag. Wij hebben – naast de serieuze gesprekken - ook heel veel gelachen. Het is mooi als je gewoon onbevangen jezelf kunt zijn bij elkaar. Je niet te hoeven afvragen: kan ik dat wel zeggen of doen? Het voelt heel bevrijdend, want dat kun je jammer genoeg niet bij iedereen.
Van Antwerpen

Aangezien ik de heenweg zo soepel gevonden had dacht ik dat de terugweg ook wel een eitje zou zijn. Not! Ik heb nog steeds moeite met de Belgische bewegwijzering en reed per ongeluk eerst weer richting stad. Terug op de doorgaande weg raakte ik op de snelweg richting Eindhoven. Toen bedacht ik me dat Eindhoven wel erg oostelijk lag en ik besloot om er ergens af te gaan en dan maar binnendoor noordwaarts te crossen. Hierbij had ik weer geen rekening gehouden met de bewegwijzering die hier en daar totaal ontbreekt en ik af moest gaan op mijn oriëntatievermogen (dat meestal ook helemaal zoek is!) Als je dan ook nog vast komt te staan in een file is het met mijn geduld (of liever het gebrek eraan) heel snel gebeurd. Ik ben niet voor niks een Ram, impulsief, ongeduldig en altijd vliegende haast.

Ik besloot na dit stukje sigthseeïng de snelweg weer op te zoeken. Dan maar omrijden via Eindhoven. Geen goed plan. Het ging in eerste instantie goed. Maar in Nederland zijn ze overal met wegwerkzaamheden bezig. Zo ook hier! En jawel hoor, ik reed probleemloos van de ene file in de andere. Daar schijn ik toch een neus voor te hebben. Zodoende heb ik er op de terugweg zo,n 3,5 uur over gedaan. Een andere vriendin vroeg zich af of ik toch maar niet aan de Tom Tom moest. Maar dat wil ik niet. Ik ben bang dat ik dan helemaal lui word. Ik zie mezelf dan ook zomaar een heg of een kanaal inrijden, net als op de reclame. Dan maar de toeristische route! Misschien dat ik volgende keer na een dagje Antwerpen wel in Frankrijk terechtkom voor een stukje sightseeïng. Gewoon genoeg geld en een tas met kleren meenemen, niks aan de hand! (zei deze optimistische Ram)

Saturday, June 20, 2009

Een verzonnen verhaal

Een tijdje geleden vroeg een goede vriendin of ik mee wilde doen aan een boekje dat heette: Nederland schrijft (ofzoiets). Het concept was leuk bedacht. Iemand begon een verhaaltje en na een paar pagina’s ging een ander verder met de laatste zin. Die ander mocht het verhaal een heel andere wending geven, plaatjes erbij plakken, noem maar op. En zo ging het van hand tot hand. Ik heb dus ook een stukje geschreven en dat vond ik erg leuk om te doen, omdat ik nu eens niet van uit mezelf schreef maar vanuit een ander (bedacht) personage. Op de cursus copywriting was dat een van de tips: schrijf eens vanuit een ander personage, of personificeer dingen. Dat is goede oefenstof en het biedt nieuwe perspectieven. Wat ik wel merkte is dat ik het personage wat ik bedacht had eigenschappen toekende van iemand uit mijn omgeving. Maar dat was niet erg vond ik. Je moet ergens je karakters vandaan halen! Het stukje staat hieronder. Het vorige stukje eindige met: totdat de avond viel. En daar ben ik dus verder gegaan.
Van NIEUWERKERK AAN DEN IJSSEL

totdat De Avond viel, of eigenlijk min of meer struikelde. Meneer de Avond was in een kuil gevallen toen hij in het donker over het strand liep. Waarom hij daar liep was hemzelf ook een raadsel, want hij zou even sigaretten gaan halen en was nu al uren onderweg omdat hij de kiosk niet kon vinden. Hij was een verstrooide oude man, maar wilde dat niet toegeven. Ondertussen mopperde hij op die stomme Duitser die de kuil ongetwijfeld gegraven zou hebben. Hendrik de Avond was al net zo bevooroordeeld als de rest van zijn dorpsgenoten. Volgens hem groeven Duitsers altijd kuilen op het strand, dat stamde nog uit de loopgravenoorlog, zo vertelde hij aan eenieder die het horen wilde. Dat waren er niet zoveel, maar dat maakte hem niet uit. Meneer de Avond pronkte graag met zijn wetenswaardigheden, die meestal gebaseerd waren op halfslachtige verhalen die hij ooit gehoord had. En soms waren het regelrechte dorpsroddels.

De kuil was echter door zijn eigen kleinzoon gegraven, die ’s middags door zijn oma mee naar het strand genomen was. Zijn kleinzoon Dennis had eerst heel kunstzinnig een zandsculptuur gemaakt van een zeemeermin met enorme gezwellen van borsten, een beetje te groot en te pront waren ze. Meer een stel van die siliconenballen eigenlijk. Het moest de Kleine Zeemeermin uit het sprookje voorstellen, maar deze meermin was overduidelijk voor een “extreme make over” naar de plastisch chirurg geweest. Desondanks was het erg artistiek en ook heel knap gemaakt door een knul van 5 jaar oud, maar oma voelde zich niet zo op haar gemak bij dat beeld. Het gaf zo’n schril contrast met haar eigen rimpelige lijfje. Haar boezem stak er zo bij af, net of het twee van die verschrompelde theezakjes waren, omhuld in een wat te groot badpak. Sinds ze osteoperose had was ze zo mager geworden. En het ging ook altijd van de verkeerde plekken af, want haar buikje stak nog steeds naar voren. Oma vond dat het leven haar onrechtvaardig behandelde. Dennis had dus, op oma’s verzoek, het zandsculptuur weer gesloopt en in plaats daarvan een flinke kuil gemaakt met een sleuf waar het water in en uit liep, telkens als er een golf kwam. Soms bleven er dan visjes en krabbetjes in achter.
Van Reny Juta

Dat was grappig om te zien. Hij speelde dat ze leerlingen waren van een school vissen die zwemles hadden en liet ze (tegen hun zin) schoolslag en vlinderslag doen. Maar aangezien dat geen natuurlijke zwemslag is voor die beestjes werd er flink tegengesparteld. Ook het watertrappelen wou maar niet lukken. De krabbetjes voelden er niks voor om op een en dezelfde plek te trappelen met hun nagelknippertjes net boven het water Dat spelletje vonden de leerlingetjes niet leuk en sommige astrante krabbetjes hadden venijnig naar het jongetje gebeten met hun minischaartjes. Dat nam Dennis niet, want hij had nogal een kort lontje en tegensputteren was uit den boze. Ze kregen dan ook subiet de doodstraf in de vorm van een dreun met een schelp, waarna ze met de rand van diezelfde schelp vakkundig van hun schaartjes ontdaan werden. Dit was natuurlijk pure marteling. Ja, die kleinzoon was streng hoor als het op strafrecht aankwam. Niks geen gesocialize door eerst met je advocaat te praten. Nee hoor, een lik-op-stuk beleid dat werkt het best bij zulk tuig, zei opa altijd. Sommige van die visjes en krabbetjes lagen nu dus dood in de kuil, half vergaan en sommige aangevreten door zeemeeuwen. Het was absoluut geen prettige kuil waar meneer de Avond in terechtkwam, eigenlijk meer een graf voor zeedieren, vermengd met wat meeuwenflatsen. Zijn hele broek stonk ernaar. Maar die stonk toch al een beetje, want hij was ook een beetje incontinent. Dit was ook iets wat hij nooit toe wilde geven.

Mevrouw de Avond zat thuis in een veel comfortabeler leefkuil zich af te vragen waar haar Hendrik toch bleef. Hij was die avond via de ventweg naar het dorp gelopen voor sigaretten. Maar straks was haar vent echt weg via die ventweg! Dat hoorde je toch wel vaker? Dat een man sigaretten ging halen en nooit meer terug kwam? Ze begon zich nu toch wat zorgen te maken. Hij ging ook al enigszins dementeren, maar weigerde om dingetjes op te schrijven als geheugensteuntje. Dat was zijn trots die het hem verbood. Hij wist altijd alles uit zijn hoofd, was een lopende agenda beweerde hij, dus niks geen gedoe met briefjes, dat was iets voor dementerende bejaarden. Dit was ook de reden waarom ze de helft van de benodigde boodschappen meestal niet bij zich hadden, waardoor zij vaak weer terug naar de supermarkt moest. En ze liep al zo moeilijk met die reumaklachten! Haar verantwoordelijkheidsgevoel gebood haar om toch even naar buiten te gaan om naar hem uit te kijken. Het werd al zo laat en het was, ondanks de warmte toch al september, dus de herfst kwam eraan. En herfst betekende: mistflarden en spinnenwebben. Toen mevrouw de Avond door het poortje haar tuin uit wilde gaan, liep ze met haar gezicht regelrecht in het web van Amadeus, de spin. Die was net klaar met zijn megabouwwerk en zat teruggetrokken in een hoekje op een klimopblad trots met alle acht zijn ogen te kijken naar dat wonder van verfijnde architectuur. Eigenlijk zonde om daar vliegen mee te vangen, misschien moest hij een andere methode bedenken om zijn lunch binnen te halen. Mensen gebruikten een elektrisch racket, dat had hij gezien. Iemand was hem ook weleens te na gekomen met zo’n ding. Een of ander hysterisch typje, die eerst de hele boel bij elkaar had gekrijst toen ze hem zag en hem daarna een lel met het racket had verkocht. Maar hij was te groot om op die manier geëlimineerd te worden en had alleen wat lichte brandblaren opgelopen.
Van CO2 Servicepunt

Amadeus was als spin een zware jongen, met flink afgetrainde harige poten. Een soort Schwarzenegger onder de geleedpotigen zeg maar. Hij zou toch ook wel een technisch snufje kunnen bedenken voor zijn maaltijden? Dan kon hij zijn web als kunstwerk exposeren. De gedachte alleen al streelde zijn trots, want Amadeus was niet alleen gespierd, maar ook ijdel. Nu was dat allemaal niet meer aan de orde, want dat oude besje met haar rimpelige toetje was letterlijk met de deur in huis gevallen. Waarom moesten mensen toch altijd alles kapot maken? Gisteren had hij een prachtig web gemaakt tussen de lantaarnpaal en het tuinhek. Dat hing daar schitterend, want het licht van de lantaarnpaal zorgde ervoor dat er honderden pareltjes in weerspiegeld werden toen de dauw erop lag. Daar was ook al zo’n hork tegenaan gelopen. En vloeken dat die man deed! Daar lustten de honden geen brood van. Misschien zouden mensen ook acht ogen moeten hebben, dan keken ze wel beter uit hun doppen. Een keer had hij meegemaakt dat een vrouwmens vol ontzag bleef staan kijken hoe hij draad voor draad, net als Ariadne uit de Griekse mythologie, zijn web weefde. Ja kijk jij maar, dacht hij bij zichzelf. Hier kunnen de Hollandse ingenieurs een voorbeeld aan nemen, aan zo’n fier stukje infrastructuur. Het web was veerkrachtig genoeg om de zwaarste stormen te doorstaan, maar ook sterk genoeg om er elke dag zijn lunch en avondeten in te laten hangen, zodat hij ze razendsnel in kon pakken voor de provisiekamer. Ontbijten deed ie nooit, die Amadeus, wat dat betreft was hij net een mens.
Nou ja, die hommel van laatst was niet zo’n succes. Die had met zijn wanstaltige lijf een heel gat in zijn web gevlogen en was vervolgens verward en mopperig brommend op een blad in de buurt geland. Amadeus was, spinnijdig van nature, er pijlsnel op afgegaan en had de indringer eens flink gebeten. Daarna had hij zich even snel weer uit de acht voeten gemaakt, want het beest was wel erg kolossaal en zo’n held was hij nou ook weer niet. Maar goed, de dame die vol bewondering had staan kijken, had ook een foto van hem gemaakt, waar hij gewillig voor geposeerd had.

Een beetje gratis publiciteit is nooit weg tenslotte. Dit alles overdacht een weemoedige Amadeus bij zijn net gesloopte kunstwerk.
En de avond maakte plaats voor de nacht. Weldra gingen alle lampen uit, op die ene grote schemerlamp na die als een aangesneden Edammer aan de hemel hing. De straatlantaarns verspreidden hun gelige licht en zorgden voor schimmige schaduwen, silhouetten van heen en weer waaiende bomen. Of was het iets anders? Het zag er spookachtig uit met die takken als dunne vingers in het bleke maanlicht, het sinistere geluid van de ritselende herfstbladeren maakten het geheel compleet. Mevrouw de Avond rilde in haar dunne vestje, veegde geërgerd het spinrag van haar gezicht en ging naar binnen. De nacht ging van lieverlee over in een nieuwe dag die de hemel tooide met een prachtige zonsopgang in tere pastelkleuren. Roze, lichtgeel en paarsachtig violet. Wat zou deze nieuwe dag voor avonturen voortbrengen?
Van wolkenluchten

Tuesday, June 02, 2009

Archeon

Gisteren ben ik voor ‘t eerst in het Archeon geweest, het themapark in Alphen aan de Rijn. Hier wandel je van de prehistorie naar de Romeinse tijd zo de middeleeuwen in. Het is knap gemaakt. Als je zo’n plaggenhut binnenstapt waan je je meteen duizenden jaren terug. Toen wij er rondliepen waren er net hele hordes Vikingen neergestreken die graag uitleg gaven over hun wapens en andere dingen.
Van fietsen met Mich

De zogenaamde gevechten zijn leuk om te zien. Je ziet ze op elkaar inhakken met zwaarden en bijlen. En dan liggen er her en der gesneuvelde soldaten. Maar die blijven niet lang dood, want zodra er een sneuvelt en valt op een ‘lijk’ dat daar al eerder lag, dan zie je dat lijk ineens heel beschermend zijn handen voor zijn hoofd houden. Ja dat kan natuurlijk niet he, dood is dood! En sommige van die vechters gingen wel heel snel liggen, dat waren volgens mij voetballers, die hebben er ook een handje van. Nu kon ik het me wel voorstellen, want het was bloedheet en als je dan in van die berenvellen op elkaar in staat te hakken wil je best onderuit zakken, dan maar een loser!
Van fietsen met Mich

Wat grappig is om te zien is een oermens in van die koeienschillen (zo duidde mijn zoon vroeger een koeienhuid aan) en die loopt dan met een Nokia te bellen of een filtersigaret te roken! Ook zo lekker ongerijmd. Je zag het vroeger in van die slecht geregisseerde films ook wel: een heftige scene uit het Romeinse tijdperk en dan had een zo’n gladiator een Rolex horloge om! Of in de vroegere Floris serie een vliegtuig of vrachtwagen op de achtergrond voorbij zien gaan. Bij Floris keken ze helemaal niet zo krap, want ik heb die knecht Sindala weleens als afscheid horen zeggen: nou we bellen wel he! En hij bedoelde geen koeienbel!
Van fietsen met Mich

Het leukst waren de gladiatoren. Die brachten een komische show in het amphitheater. Toen pas merkten we hoeveel mensen er binnen waren. Het was drukker dan we dachten. De show was geweldig. Maar ik snap nu wel dat mensen heel makkelijk gemanipuleerd kunnen worden. Toen er geroepen werd: “genade of dood” was de keus kennelijk niet moeilijk! De hele arena stond met die duim naar beneden. Nu was dit alleen maar show. Hoe zal dat vroeger in het echt gegaan zijn?
-----------------------------------------------
Google
< Blog Directory