< Reny Juta: January 2007

Thursday, January 18, 2007

Sollicitatietips


– Trek geen witte blouse aan als je van nature altijd met je eten zit te snerten; kies liever iets gemeleerds in de kleur van ketjap met jam, pindasaus, koffie en sinaasappels.
– Ga de avond ervoor niet aan een schilderij werken, nagels in alle kleuren van de regenboog mogen dan hip zijn, maar niet in de uitvoering van olieverf wat zich hardnekkig onder je nagels heeft genesteld.
- Zorg dat er geen panty van de vorige dag onder uit je broekspijp hangt.
– Eet geen uien, knofloof of groenten vlak voor je gesprek. Spinaziebrokjes en stukjes wortel tussen je tanden als je lacht staat niet heel charmant.
– Zorg dat je precies weet waar je moet zijn, zo niet: zorg voor hulptroepen die je op het laatste moment uit de narigheid kunnen halen.


Ja ja, waar je toch allemaal op moet letten! Maandagmiddag ging ik op weg naar Rotterdam, stadsdeel het Oude Noorden, waar ook dochter Linda werkt bij de sterke arm. En die sterke arm daar heb ik meteen maar gebruik van gemaakt, want natuurlijk reed ik me weer eens helemaal klem. Dat ik een vrouw ben, zal er ongetwijfeld mee te maken hebben. Maar het ligt ook aan mijn allergie voor de routeplanners van internet. Als een vrouw mij de route vertelt, dan rij ik er probleemloos naar toe. Waarom? Omdat vrouwen gebruik maken van herkenningspunten, zoals: ga bij hotel Ibis rechtsaf of bij de Texaco naar links, dat soort dingen. Routenet zegt: ga na 411 meter naar rechts, ga naar 1586 meter linksaf. Ja duh! In de auto weet ik niet hoeveel meter ik afgelegd heb. Lopend zou misschien nog wel lukken, maar ja als je dan ergens halverwege de tel kwijt bent, moet je weer 783 meter of 895 meter terug naar het beginpunt lopen. Misschien dat een navigatiesysteem in de auto ooit iets voor mij is, maar ik zie mezelf dan ook meteen ergens een heg inrijden, zoals in de reclame. Weleens verdwaald in een oud stadsdeel van Rotjeknor? Op iedere hoek van de straat zie je een potentiele junk, petten die alle kanten op staan, duistere blikken. Ontelbare eenrichtingsstraatjes, louche steegjes en bijnabotsingen later belde ik in wanhoop dochterlief voor de tweede keer om hulp.
“Heeee moeders. Wat? Waar zit je nou weer? Crooswijksestraat? 1e Dwarsstraat? Blijf zitten waar je zit en verroer je niet. Ik kom er nu aan.”
Onderweg boden behulpzame collega agenten haar een lift, maar die sloeg ze af met de mededeling dat ze haar hopeloos verdwaalde moeder moest redden. Wat mijn signalement was, vroegen ze. Gelukkig was dat niet nodig. Ik zag me in gedachten al door de politie op het sollicitatieadres afgeleverd worden. Compleet met zwaailichten en gillende sirenes ha! Wel een spectaculaire manier van je presenteren trouwens.
De mobiel ging over. “Mam, loop eens een zebrapad op! Dan kan ik je zien”. Toen ik daar braaf aan voldeed werd ik bijna overreden door een geel racemonster. Maar het ging nog steeds goed. Linda reed me naar het gebouw waar Prorail huist, zorgde met de chipknip dat ik voldoende lang kon parkeren (had ik ook nooit aan gedacht!) en liep mee naar het Hofplein, zodat ik daar nog even een broodje kon eten. Zij ging aan het werk in haar wijk. Ik bestelde in de croissanterie een broodje filet en een koffie. “Uitjes bij de filet mevrouw?” “Ja lekker!” “Nee wacht, toch maar niet!” Oef, daar ging ik bijna. Toen ik af ging rekenen zag ik dat ik maar net genoeg geld bij me had! Ik liep daarna terug naar de auto, maar was nog steeds te vroeg. Nou ja, dan maar in de auto zitten en een crypto voor mijn weblog verzinnen. Vlak voordat ik uit wilde stappen stopte er een vrachtauto zo dicht naast me dat ik niet uit kon stappen. Rechts stond een busje. Ja hoor, dit is echt de wet van Murphy, als alles tegen zit, word je op het laatste moment ook nog beroofd, dacht ik woest bij mezelf. Het bleek minder spannend te zijn. Er moest alleen iets gelost worden en ik kon me aan de rechterkant toch nog uit de auto wurmen. Later bedacht ik schaapachtig dat het ook volkomen onlogisch was om te denken dat het een overval was. Ik bedoel maar: een truck met oplegger als vluchtauto? Het gesprek was prettig, behalve dat ik even een kleine black out had. Hoe het is afgelopen? Onbekend. Wordt vervolgd.

Sunday, January 14, 2007

Hoe sterk is de eenzame fietser….


Die kromgebogen over zijn stuur tegen de wind zichzelf een weg baant? Ken je 'm nog die hit van Boudewijn de Groot? Nee? Dan ben je niet zo'n ouwe knar.

Ik vroeg het me vanmorgen af, toen ik op de fiets stapte voor een rondje Reeuwijkse plassen. Ben ik sterk genoeg vandaag? Zal ik het volhouden met die wind? En ja hoor, het ging lekker. Omdat het nog vroeg was waren er nog niet veel mensen, hier en daar een fanatieke jogger en een paar wandelaars, met of zonder hond maar altijd vriendelijk goede morgen zeggend.

De natuur ontwaakt, een laagstaande zon die een betoverende weerschijn geeft op het riet langs het water. Slechts het geruis van de altijd hoorbare A12 is een kleine stoorzender.

Ik fiets door het stiltegebied, dat nu ook werkelijk stil is. Dit is het broedgebied van duizenden vogels die tijdens hun hofmakerij een oorverdovend kabaal maken.

Vogels hebben het geluk dat ze analfabeet zijn, hoeven zich dus ook niks van die door mensen geschreven bordjes met "stilte, broedgebied" aan te trekken en kunnen naar hartelust krijsen tijdens het liefdesspel. Dat hoeven wij als “beschaafde mensen” niet te flikken! Nou ja... je hebt mensen die doen of ze vogels zijn :-)
In het water drijven boomstammetjes, ik verbeeld me dat het krokodillen zijn, wachtend op buit. Alhoewel…. overstekende gnoes vind je hier niet, wel veel meerkoetjes, die opvallend rustig zijn.

In de lucht zwermen Canadese ganzen. Ze trekken naar het noorden, de helft zwenkt weer af en neemt een andere route. Zouden ze van de leg zijn door die warme winter? Of zou de TomTom defect zijn?

Er duikt een donkere vorm op in het water, het monster van Loch Reeuwijk? Ik maak er een foto van. Thuis even fotoshoppen en dan heb ik mijn eigen “Nessie”.
-----------------------------------------------
Google
< Blog Directory