< Reny Juta: June 2007

Saturday, June 16, 2007

Van de bloemetjes en de bijtjes


bloemen aan de rand van Bodegraven

Als kind ben ik eens tijdens een zomerkamp van de padvinderij geprikt door een wesp. Een hele tijd ben ik alles uit de weg gegaan wat er aan zwart/geel gestreepte dingen rondvloog of het nu hommels, bijen of wespen waren. In mijn kinderbeleving hadden ze het allemaal op mij voorzien. Nu ben ik die angst kwijt en zet ze op de foto. Als ik de kans krijg tenminste. Want meestal heb ik net het toestel ingesteld op macrostand en dan kruipt zo’n vervelende hommel net helemaal een bloem in, zodat alleen zijn kont er nog uitsteekt. Ze doen het er om, ik zweer het je! Hij steekt nog net zijn middelvingertje niet omhoog.

hommel

Ik kom buiten de gewone diersoorten ook steeds vreemdere insecten tegen, een geel lieveheersbeestje, alsof iemand over hem heen gepiest heeft. Nu is een geel lieveheersbeestje niet echt nieuw of zeldzaam. Soms zie je ineens van die rare spinnetjes met afwijkende ogenstand. Zal het door de klimaatverandering komen? Zoals andere beesten uitsterven, zo zullen nieuwe soorten ontstaan.

Geel lieveheersbeestje

Zelfs de bomen zien er nu en dan uit als aliens. Deze berk hieronder lijkt bezaaid met ogen, daar waar de littekens van de takken zitten.

Berk met ogen


Deze bij is expres op een gele bloem gaan zitten bij wijze van camouflage


En ik maar denken dat je de berenklauw bij de snackbar kon halen!

Tijdens een wandeling aan de rand van ons dorp kwamen we in grote getale naaktslakken tegen. Naaktslakken kennen geen gene. Die schuren gezellig bloot tegen mekaar aan. Agge maar leut het.

Slakkenorgie

Toen de kinderen nog op de basisschool zaten, hadden ze een keer een project op school over het ecosysteem en dieren die door milieuvervuiling uitstierven. Ik kreeg dan ook een hele preek te horen toen ik mierenlokdoosjes neerlegde in de tuin. Hoe kon ik dat nou doen! Straks zouden alle mieren uitsterven en dan was het mijn schuld, aldus het betoog van de kinderen. Linda besloot heldhaftig om de soort te redden en bewaarde 1 mier in een lucifersdoosje waar ze gaatjes in had geprikt en een blaadje groen als fourage. Ze noemde de mier “Rene”. Hans deed hetzelfde en doopte zijn exemplaar “Renault”. Maar hij bewaarde de mier met het doosje in de tuin. Linda niet, die legde het lucifersdoosje op het aanrecht en ik kreeg de strenge opdracht goed op Rene te passen. Aangezien ik niet de boosheid van een milieubewuste dochter over me heen gestort wilde hebben, paste ik goed op. Tot ik ging stofzuigen en ik een mier tegenkwam die ik (hoe onnadenkend) meteen de minuscule mierenhersens insloeg. Na het stofzuigen besefte ik wat voor brute moord ik op mijn geweten had. Het lucifersdoosje was leeg! Rene was niet meer! Wat nu???

korenbloemen

Ik besloot een nieuwe Rene te zoeken in de tuin. Maar als je zo’n kreng hebben moet, vind je ze natuurlijk nooit. Na lang zoeken vond ik 1 mier. Die deed ik heel ingenieus in een leeg glazen kruidenstrooipotje met een nieuw blaadje. Toen de kinderen thuiskwamen ging Hans buiten spelen, Renault was kennelijk uit zijn systeem. Waarschijnlijk had hij het alleen gedaan uit loyaliteit met zijn zus. Linda echter rende meteen naar het aanrecht om te zien hoe het met haar pleegkind was, die door mijn toedoen een zeldzame soort dreigde te worden. Ik verzon een prachtig sentimenteel verhaal dat het zo zielig was als Rene in zo’n doosje zat waar hij helemaal niet naar buiten kon kijken en dat ik een nieuw (veilig) huis gevonden had, prefab en met veel glas. Linda pakte het kruidenpotje op, keek eens goed, trok een diepe denkrimpel boven die dopneus en zei tot mijn stomme verbazing:
“Wat zie ie er raar uit? Hij heeft zo’n dunne kont.”
(Nee he! Heb ik dat? Hoe kun je in godsnaam de ene mier van de andere onderscheiden aan de hand van zijn al dan niet geprononceerde achterwerk?) Ze draaide het potje nog eens rond. En vervolgens kwam het heel verontwaardigd:
”Dit is Rene helemaal niet, wat heb je met Rene gedaan?”
Oef! Een tip voor alle ouders met kinderen: spreek altijd de waarheid.

reiger

Wednesday, June 06, 2007

de terreur van de colporteur



Trrrrrring trring, tering teringding! Daar gaat de telefoon weer. Zo'n superirritante colporteur die je ’s avonds belt als je na een vermoeiende werkdag net aan de warme prak zit. Voordat je de kans krijgt om te zeggen dat je zit te eten en helemaal niet gestoord wil worden door zo’n eikel, heeft diezelfde eikel jou al bestookt met zijn verkooppraatje en er meteen bij verteld dat hij je wel even op een goedkope manier van je schuld af kan helpen.
“Schuld? Ik heb helemaal geen schuld” roep je boos door de hoorn. Stilte aan de andere kant. Daarna verbaasd: “U heeft geen schuld? Echt niet?”
“Nee, niet dat het u iets aangaat, maar ik heb geen schuld”
“Eh…. een hypotheek dan? Daar kunnen we u ook vanaf helpen hoor, heel goedkoop, snel, discreet en pijnloos. Als u wilt kunnen we vanavond nog een afspraak maken, geheel vrijblijvend en dan….”
“Meneer, ik hoef geen hypotheek, ik heb niet eens een koophuis, ik heb geen schuld, nergens aan, dus ik ga ook geen schuld bekennen. Ik heb geen lening en die ga ik niet nemen ook en zeker niet bij u. Ik wil u niet eens over de vloer hebben. Wat dacht u daarvan!” zeg ik ijskoud.

Als je voor de tweede keer je inmiddels koud geworden prak naar binnen probeert te werken, gaat de telefoon weer. Iemand van Veronica dit keer.
“Goedenavond, spreek ik met mevrouw Juta? Klopt het dat u al heel lang lid bent van Veronica? Want in dat geval hebben wij een prachtige aanbieding voor u. Daarvoor moet ik u een vraag stellen en als u het antwoord goed heeft, hebben wij een prachtige prijs voor.”
“Een prachtige prijs? Nou kom maar op dan”, zeg ik lauw. Die prachtige prijzen vallen in ’t echie meestal erg tegen namelijk.
“Nou mevrouw Juta, daar komt de vraag: in welke stad huist de residentie van Nederland?”
Ik wil antwoorden: “Den Haag.” Maar ik kom niet verder dan “Den” want aan de andere kant barst een oorverdovend gejuich los. Word ik in de zeik genomen ofzo, vraag ik me ineens af.
“Helemaal goed mevrouw Juta!!! U heeft onze superprijs gewonnen. U kunt 3 maanden meespelen met de lotto, waarvan 1 maand gratis en voor niks, want dat betalen wij.”
Dacht ik het niet! Geen addertje, maar een complete boa constrictor onder het gras!
“Meneer, hoe kan ik het nou goed geraden hebben, ik kwam niet verder dan Den, ik heb niet eens de hele plaats uitgesproken”
“Ja eh, maar dat rekenen we toch goed, want ik wilde vragen: is dat Amsterdam, Rotterdam of Den Haag en u zei meteen al Den, dus dat rekenen we goed.”
Pfff, ging dat vroeger op school ook zo makkelijk? Ik kan het me niet herinneren.
“Nou allemaal leuk en aardig, maar ik maak geen gebruik van het aanbod.”
“Niet?? Mag ik u vragen waarom niet?”
“Nee, dat gaat u niks aan. Goeienavond.”
Voortaan toch maar die telefoon laten rinkelen.
-----------------------------------------------
Google
< Blog Directory