< Reny Juta: May 2006

Saturday, May 27, 2006

Luieren op Rhodos

vakantieverslag mei 2006
Dag 1
Geen vertraging en een rustige vlucht naar het lieflijke Rhodos. De gezagvoerder geeft een verslag van het verloop van de vlucht en adviseert tussen neus en lippen door dat we vooral de Story moeten lezen, want daarin staat dat Wendy van Dijk nog een kind wil. Zou hij aandelen in Story hebben?

Onderweg een paar foto’s gemaakt van wolkenformaties. Als je uit het raampje van het vliegtuig kijkt waan je je in een droomwereld met al die wattige rustig voortdrijvende witte wolkenreuzen.
Dat daar, is dat niet die lieve draak uit de Neverending Story? Als we de landing inzetten, ontrolt zich voor onze ogen een Arcadisch landschap, zoals Willink ze schilderde. Poseidon heeft wat eilandjes in zee gestrooid waaromheen zich nu mistflarden vormen. Het wordt avond.

Een langwerpig eiland ziet eruit als een gigantische zoutwaterkrokodil. Door het intense turen gaat mijn verbeelding met me op de loop en maakt hij zelfs trage zwembewegingen.
Dag 2
Gigantisch is ook de buikomvang van de Engelsen die we vandaag aan het ontbijtbuffet voorbij zien zwoegen. Zonder uitzondering scheppen ze hun bord vol met spek, worst, gebakken eieren en bonen in tomatensaus. De aanblik van al die roze, sponzige, op reuzengarnalen lijkende vleesmassa’s doet mij besluiten te kiezen voor wat fruit en een bruine boterham.
Dag 3
Vanaf Rhodos met de boot naar Lindos. Het pilletje tegen zeeziekte werkt perfect. Normaal word ik op een waterfiets al zeeziek, nu kan ik volop van de tocht genieten. We varen langs grillige rotsformaties die op monsters uit de Griekse mythologie lijken. Bij Tsambiko ligt bovenop een berg het klooster waar wanhopige, naar kinderen verlangende vrouwen naar toe klimmen. De legende zegt dat ze kort daarna zwanger worden, hoewel er boven geen sterveling woont die daar de oorzaak van zou kunnen zijn, zelfs geen ondeugende monniken. Maar de taxichauffeurs onderaan de berg hebben (zo gaat het verhaal) dezelfde reputatie als in Nederland de melkboer. Dus van een mysterie is geen sprake.

Lindos is prachtig met witte huisjes tegen de bergwand geplakt en overal bloemen. “Volg het spoor van de ezelpoep als je lopend naar de acropolis wilt” zo luidt het advies.

We zoeken echter met Micha en Michel, een ander Nederlands stel, een terrasje op. Micha is zwanger, vertelt ze. Huh? Ik heb haar niet van de boot zien gaan bij Tsambiko. Het is waar, wonderen bestaan. Of zou Michel gewoon verantwoordelijk zijn? De straatjes van Lindos zijn smal en gezellig met bladerdakjes erboven, waar het zonlicht in gouden spikkels doorheen valt. Er zijn vele souvenirwinkeltjes met voornamelijk tafellinnen.

Dag 5
Gisteren was het voor het eerst een beetje bewolkt en ik zag iets bijzonders in de lucht: een halo rond de zon. Ik kon er zelf geen foto van maken, maar op www.urania.be is een mooi voorbeeld daarvan te zien. Vandaag is het warm met een strakblauwe hemel. In een hoek drijven schapenwolkjes. Ik probeer ze te tellen, maar val steeds in slaap! We wandelen over het strand naar de rotsen hogerop.

Vandaar heb je een mooi uitzicht over de baai van Faliraki met het heldere smaragdgroene water onder ons. Aan de andere kant ligt een kleinere baai met veel grillig gevormde rotsen.

Het lijkt of Zeus hier een tosti heeft gegeten en de restjes op het strand geworpen. Tussen de rotsen glinstert kristalhelder water waardoorheen duidelijk de begroeide monolieten te zien zijn. Duizenden zeeplanten waaieren sierlijk als franje heen en weer met de stroming in geelgroene en oranjebruinige tinten. Een elegant gezicht, alsof ze speciaal voor ons een balletvoorstelling geven.

Onder een stuk rots komt behoedzaam een zwarte kreeft tevoorschijn, gevolgd door een gestreept exemplaar. Die laatste is natuurlijk net wakker en loopt nog in zijn pyjama. Lui bewegen ze zich voort onder een overhangende rots. Verderop rent een zwarte krab pijlsnel over de stenen voor ons uit. Hij ziet eruit als een flinke grondspin. Een spin van dat formaat zou me koude rillingen bezorgen. Het krabbetje wekt vertedering, ja zelfs moederlijke gevoelens in mij op. Bijna alsof je naar je spelende kind kijkt. Hoe hypocriet!
In de baai staan zonnestoelen op de meest rare plekken. Bovenop een rotsblok in zee staan een paar stoelen met een parasol.

Hier moet Robinson Crusoe wonen. Verderop in een grot liggen een paar oeroude kapotte tuinstoelen. Achtergelaten door Neanderthalers?

Op de terugweg gaan we pootjebaden in een door de zon verwarmd poeltje. Er liggen mooi gekleurde kiezels in het water. En ook een lege watertank. Overal laten de mensen sporen van “hun beschaving” achter.

Tussen onze benen zwemmen piepkleine visjes verdwaasd rond. Ik zie ze denken: wat een rare zeekomkommers. Ze zijn niet bang. Ik probeer er een met mijn hand te vangen, maar dat is kansloos. Terug op het park zijn mensen aan het beachvolleyballen. Er staat een vrouw in het veld met tepelpiercings. Ze doet me op de een of andere onverklaarbare manier denken aan de C1000. Maar ik kan de link niet leggen waarom. Er zit daar geen kassiere die op haar lijkt ofzo.
Dag 7
Het lijkt of ik in de toren van Babel ben met al die talen om me heen: Nederlands, Duits, (plat) Engels, Frans, Grieks, Italiaans en een Scandinavische taal. Het is te druk om me heen.

Ik heb een mandala zitten tekenen, maar kan me nu niet meer concentreren. Ik verlang naar de rust van de rotsen en de visjes die als zilveren naalden door het water schieten en de kiezels die als glinsterende edelstenen hun kleurenpracht vertonen. Het wordt nog gekker. Als we na de lunch naar onze ligstoelen terug gaan, ligt er een vrouw helemaal tegen mijn stoel aangeplakt, terwijl verderop plenty ruimte is, ook in de schaduw. Bij het toilet kom ik de vrouw met de tepelpiercings weer tegen. Ze is egaal bruin, waarschijnlijk een vaste bezoekster van het naaktstrand. Die ringen door de tepels zijn wel groot. Ineens valt het eurootje! De link met de C1000: daar heb je aan de muur van die ringen waar je je hond vast kunt binden als je naar binnen gaat voor een boodschapje. Zou zij ze ook gebruiken om haar honden uit te laten? Neeeeee, gekkie!
Dag 8
De dag begint warm. Aan het ontbijt zie ik de buikige sponzige Engelsen weer. Ik hoef niet meer bang te zijn dat Greenpeace mij van het strand veegt. Vergeleken bij deze mammoettankers ben ik een babyzeehondje. De ogen heb ik al, de kleur niet, ik lijk meer op een olijf. We gaan weer naar de rotsen en lopen nu door naar het strandje van Poseidon’s Place, een piepklein strandje, met strandtentje en naast wat nieuwe parasols ook een paar oeroude exemplaren.

Ik doe dapper een duikbrilletje op en ga het water in. Maar het is nog best koud en mijn brilletje beslaat waardoor ik weinig zie.
Terug op het park gaan we op een ligstoel uitrusten. Ik heb honing aan mijn kont geloof ik. Een Duits stel gaat boven op mijn lip zitten. Wat is dat toch voor rare eigenschap? Hebben die mensen nooit gehoord van “persoonlijke ruimte”? Ik moet denken aan een liedje van the Carpenters: “Why do birds fall down from the sky, every time you walk by. Just like me they long to be close to you”.....
Dag 9
We hebben een plekje om te zonnen ontdekt aan de zijkant waar het betrekkelijk rustig toeven is. ’s Morgens in gepaste luiheid doorgebracht. Een smsje naar een collega gestuurd dat er een wolk voor de zon kwam. Hij stuurde een sms terug: je moet maar lekker doorgaan zo!!! (In Holland komt het met bakken uit de hemel. Wat een heerlijk gevoel.)
’s Middags naar de rotsen. Terwijl we met onze benen in het water bungelen, zien we een soort modderkruiper ronddarren tussen de stenen. Het moet een ander beestje zijn, want een modderkruiper is volgens mij een zoetwaterdier. Hoe langer we kijken, hoe meer we zien, ook een soort garnalen met feestelijke franjes. En later ontdekt Theo een zee-egel, waarvan er heel veel tussen de stenen blijken te zitten. Ik herinner me dat Hans ooit een keer op een zee-egel getrapt heeft in Mallorca. De stekels zijn giftig en hij belde me elke dag via collect call op. Ik kreeg daarna een gigantische telefoonrekening!
Dag 10
Het is weer veel te heet om naar Rhodos Stad te gaan, zoals we eerder gepland hadden. De ochtendzon tovert duizenden spetterende diamantjes op het water. De zee is kalm, zo vlak als een spiegel.

Dit vind ik zelf het mooiste gedeelte van de dag. ’s Middags onder het lopen maak ik een lelijke smak over de glibberige stenen. Gelukkig heb ik voldoende stootvlak op mijn achterste, zodat de schade beperkt blijft. Ik doe weer een poging onder water te kijken met het brilletje. Het is nu minder koud en ik kan alles goed zien: de roestbruine planten, een soort sponzen en de vele kleurige kiezels. De monolieten zien er onder water geheimzinnig uit, alsof zich tussen de spleten en kieren, waar nauwelijks zonlicht doorkomt, allerlei verloren schatten bevinden. Of een lijk! Dat is minder prettig. Ik voel wel dat ik steeds naar de oppervlakte word getrokken. Misschien toch eens wat doen aan dat rugvet!
’s Avonds lopen we een rondje door het zwembad. Er zijn beduidend meer gasten dan eerst. Rond het zwembad zijn de ligstoelen pal naast elkaar in een dubbele rij geschaard, alsof het bad een theater is. En gek gezicht is het.
Dag 11
Er zit een hagedisje in de boom naast ons. Het is net een minileguaan. Als er mensen langs lopen schiet hij vliegensvlug naar de andere kant van de stam. De vrouw met de tepelpiercings komt een kijkje nemen bij mijn beschilderde stenen, die ik nu helaas niet bij me heb. Ik was zo lui dat ik alleen een leesboek en een sudokuboekje had meegenomen. Ze blijkt een aardige vrouw te zijn die zich in het dagelijks leven bezig houdt met pottenbakken. Ze is wel een extreem type qua uiterlijk en ook in andere dingen. Ze vertelt openhartig dat ze twee mannen heeft met wie ze hier op vakantie is. Een met wie ze al 27 jaar is getrouwd en bij wie ze twee kinderen heeft. En een vriend die bij hun is komen inwonen. Okeeeee, mwah moet kunnen. Als ze dat nou prettig vinden. Ze blijkt zelfs twee honden te hebben. Ik heb niet gevraagd of ze die piercings gebruikt om ze uit te laten. ’s Avonds verlies ik voor de zoveelste keer met kaarten. Ik moet geluk in de liefde hebben. Maar hoe zit het dan met Theo?
Dag 12
De laatste dag ziet de zee er ’s morgens uit als een blauw saffieren veld met een zilveren tafellaken waar de zon zich in het water spiegelt.

Een voorbij varend bootje geeft een zwart shilhouet, een mooi gezicht. Ik ga het water in. Het is nog heel rustig. Als ik stil sta om naar een mooie steen op de bodem te kijken naderen er nieuwsgierige vissen mijn benen. Er zit ook een mooi gekleurd klein visje bij met oranje en mosgroene tinten en een zwarte vlek. Hij lijkt op een rups. ’s Middags komt Lidy, de vrouw met de tepelpiercings weer naar mijn beschilderde stenen kijken die ik nu wel bij me heb. Ik geef er haar twee mee met visjes erop. Haar man zoekt er een uit met een afbeelding van een boommarter. Ook het andere vrouwtje waar ze mee optrekt vindt er een mooi: een vlinder met bloemen. Weer een paar mensen blij gemaakt. Het is eigenlijk eenvoudig om iemand een beetje gelukkig te maken.
’s Avonds in het vliegtuig is het na een uur weer raak: een lading bacterien heeft dezelfde vlucht als wij genomen en nu vliegt er een mijn neusgat binnen, alwaar hij de snotkraan heeft opengezet, die niet meer dichtgaat! Aan het einde van de vlucht is mijn neus zo rood als een aardbei. We worden opgehaald door Hans en Mark in het koude Holland. De volgende dag heeft God de hemelse hoofdkraan opengedraaid. Het komt met bakken naar beneden. Ik wil terug!!!!!

Sunday, May 07, 2006

Extreme make over


bron foto: Silvia

Vroeger had ik een sterke wil. Zo'n wil waarmee ik mezelf tot discipline kon dwingen, mijn zin door kon zetten en soms weleens mensen over de drempel wist te halen tot iets wat ze uit zichzelf niet zo gauw durfden te doen. Ik heb het ook wel meermalen te horen gekregen dat ik zo'n sterk eigen willetje had. Ik vond en vind nog steeds dat daar niks mis mee is. Zolang je anderen maar in hun waarde laat en ze niet jouw mening opdringt. Met die sterke wil heb ik het jaren geleden voor elkaar gekregen om te stoppen met roken, gewoon de cold turky methode zonder pleisters of kauwgum (ik was veel te bang dat ik daar weer aan verslaafd zou raken!) Het lukte me ooit een dieet te volgen en me strikt aan de regels te houden, trouw mijn oefeningen te doen teneinde goed in conditie te blijven etc. Dit had tot gevolg dat ik een tijdje een goed figuur had, een redelijke conditie en leuke kleren aan kon. Niet dat ik me nou zo gezond voelde, want niet lang daarna kwamen de pijnklachten die nooit meer weggegaan zijn.

Maar die sterke wil van mij is ergens zoek geraakt! Niet dat ik weer begonnen ben met roken. Dat wil ik niet en daar heb ik geen behoefte aan. Maar dat lekkere eten laten staan is zo verrekte moeilijk. En ook die oefeningen trouw blijven doen valt niet mee. Dat laatste komt ook wel omdat ik veel pijnklachten heb maar dat zou eigenlijk geen belemmering moeten zijn. Ik moet gewoon op de tanden bijten en doorzetten! En ik wil zo graag weer een beetje in vorm komen, maar hoe? En dan bedoel ik natuurlijk de zandloper vorm he, niet de bolvorm, want ook dat is een vorm, maar voor mij een verkeerde. De tijd dringt want binnenkort gaan we met vakantie. En in mijn angstdromen komt het vliegtuig niet van de grond door mijn overgewicht. Of ik lig aan het strand van Rodos te zonnen en Greenpeace komt voorbij en de bemanning staat daar met een verrekijker, komt vervolgens aan wal en rolt mij met stokken terug in zee.... waar ik weer fijn kan spelen met de andere zeekoeien..


zandschildpad op Zakynthos


Een doembeeld wat steeds grotere vormen aanneemt (net als ikzelf). Hoe blijven anderen toch in vorm vraag ik me stilletjes af. En dan bedoel ik op een normale manier, niet allerlei dingen aan jezelf laten verbouwen enzo. Dan moet ik wel heel wanhopig zijn wil ik me daar aan wagen. De enkele keer dat ik weleens zo'n gerenoveerde dame op het strand zie liggen valt me dat meteen op. Tijdens onze vakantie vorig jaar lag er op het strand van de Dominicaanse Republiek een opgewarmd lijk (ja echt, zo mager was ze) topless te zonnen. En terwijl haar lichaam van alle vet (en vlees) ontdaan leek te zijn, stonden de borsten levensgroot en bolrond als enorme gezwellen alle wetten van de zwaartekracht te tarten door pal rechtop te blijven staan terwijl het bijbehorende lijk plat op haar rug lag. Zoiets werkt bij mij toch enigszins op mijn lachspieren. Ik heb besloten me er maar bij neer te leggen en gewoon goed op te letten wat ik eet en drink. Dan maar een beetje mollig. Liever een zeekoe dan een opblaaspop!
-----------------------------------------------
Google
< Blog Directory